Schwarzwälder kirsch monchoutaart

Om maar even in het thema van de schwarzwälder kirsch te blijven, deze keer een omgekeerde monchoutaart, met een chocoladebodem en een heel klein beetje kirsch in het kersensap, om er zo een echte schwarzwälder variant van te maken.

Wat heb je nodig:
(voor een springvorm van 24 cm)

voor de bodem
150 gram speltbiscuitjes
1 kleine eetlepel cacao
2 eetlepels ahornsiroop
75 gram roomboter

Voor de kersenlaag
350 ml kersensap
1 eetlepel kirsch (evt)
250 gram diepvrieskersen
5 blaadjes gelatine

voor de monchoulaag
300 gram monchou
250 gram slagroom
75 gram honing of fructose

garnering:
Beetje geraspte pure chocola
wat kersen.

Hoe maak je het:

de bodem:
Maal de biscuitjes fijn met de cacao. Smelt de roomboter in een pannetje en roer hier de ahornsiroop doorheen. Meng met de koekkruim en bedek de bodem van een springvorm ermee.

De kersenlaag:
Laat de gelatine 5 minuten weken in koud water. Verwarm het kersensap en roer hier de kirsch en de gelatine doorheen en laat het oplossen. Roer de kersen erdoorheen. Als het nog te vloeibaar is, zet het dan even in de koelkast tot het al flink wat dikker wordt en schenk het dan op de taartbodem en verdeel het erover. Laat goed opstijven in de koelkast.

De monchoulaag:
Klop de slagroom stijf. Mix met een garde de monchou los met de suiker of honing. Spatel de slagroom erdoorheen en verdeel over de  kersenlaag. Laat minimaal 3 uur opstijven in de koelkast. (Gebruik je slappe monchou, voeg dan nog 4 blaadjes geweekte gelatine toe, die je oplost in 2 eetlepels verwarmde slagroom en dan door het monchoumengsel mengt. De pakjes met stevige monchou kunnen gewoon zonder gelatine gebruikt worden.)

Decoreer de taart met de chocola en de kersen en geniet!

Liefs,
Willeke